Dog Knows
Reuen worden vaak gecastreerd vanwege hun gedrag, zo bleek uit eerder onderzoek. Daarbij worden regelmatig redenen genoemd zoals rijden op andere honden (rijgedrag), vaak plassen tegen objecten (markeren) en weglopen. Als deze gedragingen daadwerkelijk veroorzaakt worden door hormonen, zou je verwachten dat er verschillen zijn tussen gecastreerde en niet-gecastreerde (intacte) honden, én tussen mannetjeshonden (reuen) en vrouwtjeshonden (teven), omdat hun hormoonhuishouding nogal verschilt. Dat is wat we hebben uitgezocht, in dit nieuwe onderzoek gepubliceerd in Journal of Veterinary Behaviour.
Wat kwam er uit het onderzoek? – Intact versus gecastreerd
Markeren kwam vaker voor bij intacte dan bij gecastreerde reuen (78% versus 66%), evenals rijgedrag (25% versus 18%). Voor weglopen was er geen verschil tussen intacte en gecastreerde reuen (32% versus 31%). Voor teven verschilden geen van de drie gedragingen tussen intacte en gecastreerde honden. Bij zowel reuen als teven waren er geen verschillen tussen honden die werden gecastreerd op verschillende leeftijden. Mogelijk maakt leeftijd van castratie voor deze gedragingen dus minder uit en wordt in Nederland wegloopgedrag bij honden niet hormonaal op gang gebracht.
Wat kwam er uit het onderzoek? – Reu versus teef
Voor de verschillen tussen intacte reuen en teven vonden we dat markeren bijna twee keer zo vaak voorkwam bij intacte reuen dan bij intacte teven (78% versus 41%). Markeergedrag is daarmee ‘seksueel dimorf’. Dat wil zeggen: het komt voor in twee (‘di’) verschillende vormen ('morf’), afhankelijk van het geslacht (de ‘sekse’) van de hond. Dit seksueel dimorfisme was vele malen minder uitgesproken bij rijgedrag. Rijgedrag kwam voor bij 25% van de intacte reuen en 17% van de intacte teven. Een verschil dat in onderzoek niet als verschil bestempeld wordt, omdat de uitgevoerde statistische toets geen significant resultaat gaf. Dit betekent dat het gevonden verschil te klein was en op toeval kan berusten. Ook in wegloopgedrag was er geen verschil tussen intacte reuen en teven (32% versus 27%). Eigenaren van intacte teven gaven aan of het gedrag sterker aanwezig was tijdens de loopsheid. Van de teven die markeergedrag toonden, deed 86% dit sterker tijdens de loopsheid. Rijgedrag werd vaker getoond tijdens de loopsheid door 44% van de teven die rijgedrag toonden en weglopen door 45%. Loopsheid heet wellicht dus niet voor niets (weg)loopsheid!
Hoe voerden we het onderzoek uit?
De resultaten konden we verkrijgen dankzij bijna duizend Nederlandse hondeneigenaren die een vragenlijst invulden, waarin ze onder andere de volgende drie vragen beantwoordden:
De vragen hadden steeds vijf antwoordopties, met toenemende frequentie of intensiteit van het gedrag. Omdat vooral rijgedrag en weglopen relatief weinig voorkwamen, hebben we het aantal opties voor de analyse teruggebracht naar twee: de hond toont het gedrag wél of niet. Over de hele deelnemersgroep kwam rijgedrag voor bij 17% van alle honden, markeren bij 60% en weglopen bij 30%.
Helpt castratie?
De vraag of castratie helpt bij of om ongewenst gedrag te voorkomen, is niet gemakkelijk te beantwoorden! Markeergedrag kwam veel vaker voor bij reuen dan bij teven, en vaker bij intacte dan bij gecastreerde reuen. Er is dus mogelijk een relatie met castratie. Toch vertoonden ook veel gecastreerde reuen markeergedrag. Castratie helpt waarschijnlijk dus lang niet altijd bij markeergedrag. Rijgedrag en weglopen verschilden weinig tot niet tussen reuen en teven. Hoewel ook gecastreerde reuen rijgedrag vertoonden, was er wel een verschil tussen intacte en gecastreerde reuen. Voor zowel rijgedrag als weglopen vonden we echter ook verschillen afhankelijk van de leeftijd van intacte honden. Oudere intacte honden vertoonden minder rijgedrag en liepen minder vaak weg dan jongere honden. Mogelijk verminderen rijgedrag en weglopen dus ook zonder castratie, simpelweg door de toegenomen leeftijd. Zeker kunnen we dit niet weten. Onze onderzoeksopzet leent zich helaas niet voor het trekken van oorzakelijke conclusies. Met andere woorden, we weten niet zeker of de gevonden verschillen wel echt zijn toe te wijzen aan castratie, of dat er wellicht andere factoren spelen, die we onvoldoende in zicht hebben.
Verder onderzoek
Een eerste stap in het oplossen van dit probleem is het vergelijken van het gedrag van dezelfde honden voor én na castratie. Wil je daarbij helpen en deelnemen aan verder onderzoek? Lees dan hier verder. Meer kennis over de effecten van castratie helpt bij het inschatten of castratie ongewenst gedrag kan verminderen, in situaties waar niet ongewenste voortplanting, maar het gedrag, de gezondheid en het welzijn van de individuele huishond centraal staan.
Roulaux, P.E.M., Van Herwijnen, I.R. & Beerda, B. (2023). The effectiveness of desexing as a means of decreasing the generally regarded sexually dimorphic behaviours of urine marking, mounting, and roaming in dogs. Journal of Veterinary Behavior 62, 47-52.
Wil je meer leren over de effecten van castratie van reuen en teven op het gedrag en de gezondheid? Lees dan verder in
dit artikel!
Dog Knows
Verken de site
Niets meer missen over nieuwe blogs, lezingen en updates over het onderzoek?
© Dog Knows 2024 | KvK 81771584 | BTW NL003601307B84