Dog Knows
Reuen (mannetjeshonden) worden vijf keer vaker dan teven (vrouwtjeshonden) gecastreerd vanwege hun gedrag (58% versus 11%). Dat was een van de belangrijkste bevindingen uit mijn onderzoek dat in 2020 gepubliceerd werd in wetenschappelijk tijdschrift PLOS ONE. Vanwege die bevinding gaat het onderzoek nader in op de reu. In dit artikel vind je de uitkomsten uit dit onderzoek onder bijna vijfhonderd eigenaren van gecastreerde en intacte reuen.
Vooral dierenartsen hebben invloed op het castratiebesluit
Bijna driekwart van de eigenaren (74%) gaf aan geadviseerd te zijn door een dierenarts, 48% door een instructeur en 38% door een gedragstherapeut. Dierenartsen adviseerden niet alleen vaker, ze raadden castratie ook vaker aan (pro-castratie). Van de adviezen van dierenartsen was 49% pro-castratie, versus 40% van de adviezen van instructeurs en 32% van de adviezen van gedragstherapeuten. Gedragstherapeuten, specialisten in (het beïnvloeden van) hondengedrag, werden dus relatief weinig geraadpleegd over castratie. Als dat wel het geval was, raadden zij castratie relatief vaak af. Desondanks werd van de gecastreerde reuen 58% gecastreerd vanwege zijn gedrag.
Castratie heeft wisselende samenhang met mate van agressie
Eigenaren van gecastreerde reuen rapporteerden of de mate van agressie na castratie was afgenomen, gelijk gebleven of toegenomen. Iets meer dan de helft van de eigenaren (51%) rapporteerde een gelijk gebleven mate van agressie. Zorgwekkend is dat 18% van de eigenaren een toegenomen mate van agressie rapporteerde. De overige eigenaren rapporteerden een afname (32%). Opvallend is dat een afgenomen mate van agressie vooral gerapporteerd werd door eigenaren die hun hond castreerden vanwege zijn gedrag. Eigenaren die hun hond castreerden om andere redenen, rapporteerden relatief vaak een gelijk gebleven of toegenomen mate van agressie.
Schijnbare tegenstellingen in de tevredenheid van eigenaren
Bijna driekwart van de eigenaren die hun hond castreerden vanwege zijn gedrag (74%) gaf aan zeer tevreden of grotendeels tevreden te zijn specifiek met het effect van castratie op het gedrag. Deze bevinding doet denken dat castratie het ervaren probleemgedrag verhelpt. Toch waren eigenaren die castreerden vanwege gedrag over het algemeen minder tevreden met hun hond (53% zeer tevreden) dan eigenaren van intacte reuen of eigenaren die castreerden om andere redenen (beide groepen 69% zeer tevreden). Deze tweede bevinding is opvallend en roept vragen op. Werd het probleemgedrag niet (volledig) verholpen door castratie, waardoor de eigenaren minder tevreden bleven? Leidde castratie tot nieuwe problemen? Of waren de eigenaren minder geneigd tot tevredenheid door andere factoren?
De psychologie achter keuzes - onbewuster dan je denkt!
Een mogelijke verklaring voor de bevindingen omtrent de mate van agressie en de tevredenheid is het optreden van psychologische processen bij de eigenaar. Deze processen kunnen invloed hebben op zowel de keuze van de eigenaar als het gevoel dat hij of zij daar achteraf over heeft. Een voorbeeld van een dergelijk psychologisch proces is cognitieve dissonantie. Cognitieve dissonantie is een onplezierige mentale toestand, die het gevolg kan zijn van twee gedachten die niet met elkaar te verenigen zijn, of van een eigen actie die niet te verenigen is met een bestaande overtuiging. Neem als voorbeeld de overtuiging dat het belangrijk is om klimaatbewuste keuzes te maken. Het willen maken van een verre vliegreis is daar moeilijk mee te verenigen, waardoor er dissonantie ontstaat. Je kunt er dan voor kiezen de trein te nemen in plaats van het vliegtuig, en daarmee je actie (de trein nemen) in overeenstemming brengen met je overtuiging (het klimaat is belangrijk). Er is echter ook een andere strategie om de dissonantie op te lossen. Deze vermindert namelijk doordat je bevattelijker wordt voor gedachten en waarnemingen die de dissonantie verminderen, dan voor gedachten en waarnemingen die deze in stand houden of zelfs vergroten (en het onaangename gevoel verergeren). Een mogelijke gedachte waardoor cognitieve dissonantie vermindert: 'Ik heb in mijn eentje weinig invloed op het klimaat. Het vliegtuig gaat toch, dus ik kan er net zo goed in gaan zitten'. Een mogelijke waarneming waardoor cognitieve dissonantie vermindert: een reclame waarin je vliegmaatschappij claimt de uitgestoten CO2 te compenseren. Ons brein helpt ons dus ons minder onplezierig te voelen door onze gedachten en waarneming te veranderen!
Cognitieve dissonantie bij eigenaren - veranderde waarneming door verwachting
Een eigenaar die zijn of haar hond laat castreren om het gedrag te verbeteren, hoopt en verwacht dat het gedrag na castratie ook daadwerkelijk verbetert. Als het gedrag niet verandert of zelfs verslechtert, veroorzaakt dat dissonantie. Om dissonantie te voorkomen of te verminderen, is de eigenaar mogelijk bevattelijker voor het waarnemen van positieve veranderingen in het gedrag, dan voor het waarnemen van negatieve veranderingen. Het is zeker mogelijk dat agressie daadwerkelijk verminderde bij een deel van de honden. Het is echter ook mogelijk dat eigenaren vooral rapporteerden wat zij hoopten en verwachtten te zien, omdat zij onbewust beïnvloed werden door psychologische processen.
Deze psychologische processen beïnvloeden mogelijk niet alleen de eigenaar, maar ook de adviserende hondenprofessional. Cognitieve dissonantie kan ervoor zorgen dat hondenprofessionals na het geven van een pro-castratie advies bevattelijker zijn voor positieve verhalen over de effecten van castratie. Dat kan in een vicieuze cirkel leiden tot (nog) frequenter pro-castratie advies. Het omgekeerde kan ook gebeuren. Professionals die negatief staan tegenover castratie, zijn wellicht bevattelijker voor negatieve verhalen over de effecten van castratie.
Gebalanceerd advies en verder wetenschappelijk onderzoek van groot belang
Om een goed overwogen besluit te nemen, is het belangrijk dat eigenaren niet alleen medisch, maar ook gedragsdeskundig advies inwinnen. Zeker bij castratie vanwege gedrag, maar ook bij castratie om andere redenen. Gedrag kan immers ook onbedoeld beïnvloed worden. Ook is het van groot belang dat er verder onderzoek komt naar de gedragseffecten van castratie. Alleen dan kunnen hondenprofessionals goed onderbouwd advies geven. Het ontbreken van verder onderzoek geeft ruimte aan psychologische processen die de hond en de eigenaar mogelijk schaden, of in elk geval niet baten.
P.E.M. Roulaux, I.R. van Herwijnen, B. Beerda (2020). Self-reports of Dutch dog owners on received professional advice, their opinions on castration and behavioural reasons for castrating male dogs. PLoS ONE 15(6): e0234917. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0234917.
Wil je meer leren over de effecten van castratie van reuen en teven op het gedrag en de gezondheid? Lees dan verder in dit artikel!
Dog Knows
Verken de site
Niets meer missen over nieuwe blogs, lezingen en updates over het onderzoek?
© Dog Knows 2024 | KvK 81771584 | BTW NL003601307B84