Dog Knows
Vanuit eigen ervaring roep je misschien meteen ja! Toch is dat antwoord lang niet zo vanzelfsprekend als je in het onderzoek duikt dat naar jaloezie bij dieren is gedaan. Jaloezie is een zogenoemde secundaire emotie. Lange tijd werd aangenomen dat dieren geen secundaire emoties hebben en dat honden dus ook niet jaloers kunnen zijn. Recent onderzoek trekt deze aanname (opnieuw) in twijfel. Wat is een secundaire emotie en wat betekent dat voor onze honden?
Primaire versus secundaire emoties
Primaire emoties zijn vrij eenvoudig en direct gerelateerd aan een bepaalde gebeurtenis. Je reageert bijvoorbeeld blij als je geld wint in de loterij, of juist verdrietig bij het overlijden van een familielid. Secundaire emoties zijn complexer, omdat ze vaak voortkomen uit gevoelens bij een primaire emotie. Zo kun je je schamen omdat je bang bent voor spinnen. De angst is primair, de schaamte is secundair. Jaloezie is ook een secundaire emotie.
Terug in de tijd
Laten we eerst even teruggaan in de tijd. Al in 2014 werd de aanname in twijfel getrokken dat dieren geen secundaire emoties hebben, na een onderzoek onder 36 honden. De onderzoekers vonden verschillen bij deze honden in hun reacties wanneer hun eigenaar interactie had met een nephond, een Halloween pompoen of een boek met pop-up plaatjes en muziek. De honden reageerden het sterkst of zelfs uitsluitend bij interactie met de nephond. Ze reageerden het zwakst bij de interactie met het boek. Het getoonde gedrag bestond uit snappen, piepen, blaffen, tussen het object en de eigenaar komen, de eigenaar aanduwen en het voorwerp aanraken of duwen. De onderzoekers gaven aan dat ze probeerden om een primordiale vorm van jaloezie aan te tonen zoals deze ook is aangetoond bij baby's van zes maanden. Het ging ze dus niet om complexe jaloezie zoals dit bij volwassen mensen is aangetoond. In de media werd echter geconcludeerd dat het bestaan van jaloezie was aangetoond. Maar dat was niet het geval! Het onderzoek toonde vooral aan dat honden meer geneigd zijn te reageren op een nephond en een vreemd voorwerp dan op een eigenaar die hardop voorleest uit een gek boek. Dat is niet zo gek. De meeste honden hebben immers meer met (nep)honden en vreemde voorwerpen dan met een eigenaar die zit te lezen (voor veel honden een signaal om te gaan rusten, er is dan niets te beleven). Daarbij zijn er verschillende andere motivaties te bedenken voor het gedrag dat werd bestempeld als jaloezie. Zo kan een hond door gedrag van de eigenaar richting een nephond of vreemd voorwerp denken dat het speeltijd is. Verhindering daaraan deel te nemen kan leiden tot frustratie. Angst voor nieuwe en onbekende voorwerpen is een andere mogelijke verklaring. De onderzoekers gaven aan verbaasd te zijn dat het gedrag snappen zoveel voorkwam. Ze hadden namelijk honden geselecteerd waarvan de eigenaars aangaven dat hun hond niet met agressie zou reageren in nieuwe situaties. Was de onderzoek setting misschien toch vreemder voor de honden dan gedacht? Mogelijk wekte dit angst op, van waaruit de honden gingen snappen. Deze verschillende verklaringen voor het gedrag maakten de jaloerse hond verre van aangetoond op basis van dit onderzoek.
Verder onderzoek
Onderzoek naar jaloezie bij honden eerder dit jaar richtte zich op het aantonen van drie menselijke kenmerken van jaloezie bij honden: 1) het gedrag werd alleen getoond als de eigenaar interactie had met een nephond, niet bij interactie met een object, 2) het gedrag was een gevolg van de interactie, niet enkel de aanwezigheid van de nephond, en 3) het gedrag werd zelfs getoond als de interactie plaatsvond buiten het gezichtsveld van de hond. Het eerste kenmerk werd al aangetoond in eerder onderzoek. De andere twee kenmerken zijn niet eerder aangetoond. Om ze te kunnen aantonen, werden in dit onderzoek enkele zaken anders aangepakt dan in voorgaande onderzoeken. De eigenaren in dit onderzoek aaiden ofwel een nephond, ofwel een cilinder bekleed met fleecestof. In het laatste geval was de nephond zichtbaar voor de testhond, maar had de eigenaar hiermee geen interactie. Het feit dat de nephond zichtbaar was in de rondes waarbij de cilinder werd geaaid, het nieuwe van dit onderzoek, was noodzakelijk om het tweede kenmerk aan te tonen. Om het derde kenmerk te kunnen aantonen, plaatsten de onderzoekers een laag schot voor de eigenaar, nadat de testhond de eigenaar had zien zitten met de nephond naast zich. De eigenaar bleef zichtbaar voor de testhond tijdens de interactie van de eigenaar met de nephond, maar de interactie zelf was niet zichtbaar voor de testhond. De eigenaren droegen tijdens de interacties een blinderende bril en koptelefoon, om te voorkomen dat zij zelf wisten of zij de cilinder of de nephond aaiden, en daar misschien onbewust hun gedrag op aanpasten. Ook dat is nieuw in dit onderzoek.
Recente resultaten
Tijdens de interactie werd gemeten hoe hard de testhonden aan de lijn trokken waarmee ze vast zaten aan de muur. Dit was volgens de onderzoekers een maat voor het verlangen van de honden om de interactie te naderen en daarmee een graadmeter voor jaloezie. Gemiddeld trokken de honden ongeveer twee keer harder tijdens de interactie met de nephond dan tijdens de interactie met de cilinder. Hiermee werden alle drie de menselijke kenmerken van jaloezie aangetoond bij honden, wat ons een stap dichter brengt bij het aantonen van jaloezie. Toch blijven alternatieve verklaringen mogelijk. Het gedrag kan het gevolg zijn van leerervaringen. Honden hebben waarschijnlijk vaker te maken gehad met een eigenaar die interactie heeft met een andere hond, dan een eigenaar die interactie heeft met een cilinder bekleed met fleecestof. Die leereffecten kunnen meespelen. Merk op dat bij de test met de cilinder, de testhond in beeld is bij de hond – zou dat iets doen met de hond en invloed hebben op zijn gedrag? Ook rijst de vraag welke exacte gedragingen de testhonden toonden tijdens de twee interacties. Mogelijk waren daarin verschillen zichtbaar die meer inzicht kunnen geven in de betekenis van de gevonden verschillen in trekkracht. De onderzoekers geven hierover geen informatie. Zelf concluderen ze dat dieren een rijker innerlijk leven leiden dan sommigen denken en dat de resultaten een belangrijke bijdrage leveren aan groeiend bewijs van jaloezie bij honden.
Betekenis voor de hond
Maakt dat uit voor onze honden, of jaloezie wordt aangetoond of niet? Die vraag is misschien nog wel belangrijker dan de vraag of jaloezie bestaat. Wat voor gevoel krijg jij bij jaloezie? Wat vind je hiervan als het voorkomt bij mensen? Meestal wordt jaloezie gezien als slechte eigenschap. Door het plakken van het label 'jaloezie' op gedrag van honden, kunnen mensen het gevoel krijgen dat ze dit gedrag moeten voorkomen of verminderen, mogelijk door het te bestraffen. Dit terwijl niet straf, maar vertrouwen geven de oplossing is. Gedrag waar wij in de praktijk vaak het label 'jaloezie' op plakken is het weghouden van een ander sociaal wezen bij de eigenaar. Een hond die dit doet, voelt zich mogelijk bedreigd door dat wezen en onvoldoende veilig. Hij moet leren dat dit onveilige gevoel niet nodig is. Niet gestraft worden omdat hij waarde technisch 'fout' zou zijn. Het wel of niet bestaan van jaloezie is nog niet volledig opgehelderd. Kennis daarover brengt ons hopelijk verder in ons inlevingsvermogen in de hond. De kennis over wat te doen met het gedrag echter, is wellicht nog veel belangrijker.
Harris, C.R. & Prouvost, C. (2014). Jealousy in Dogs. PLoS ONE 9(7): e94597.
Bastos, A.P.M., Neilands, P.D., Hassall, R.S., Lim, B.C. & Taylor, A.H. (2021). Dogs Mentally Represent Jealousy-Inducing Social Interactions. Psychological Science.
Dog Knows
Verken de site
Niets meer missen over nieuwe blogs, lezingen en updates over het onderzoek?
© Dog Knows 2024 | KvK 81771584 | BTW NL003601307B84